Misschien heb je de term al eens voorbij zien komen: lumpsum financiering. Maar wat houdt deze vorm van financieren nu eigenlijk in? Kom meer te weten over hoe een lumpsum financiering werkt en wat de voor- en nadelen zijn van deze vorm van financieren.
Een lumpsum financiering is een financiering die in één keer wordt overgemaakt. Zo heb je dus ineens het volle bedrag beschikbaar, en wordt het bijvoorbeeld niet in gedeeltes elke maand overgemaakt.
De lumpsum komt in verschillende situaties voor. Zo financiert de Nederlandse overheid op deze manier het onderwijs, maar ook eenvormige soorten van zorg. Een lumpsum financiering kan voor zowel de kredietverstrekker als de begunstigde voor- en nadelen hebben.
Een lumpsum financiering brengt bepaalde voordelen met zich mee. Sommige van deze voordelen hebben zowel op de kredietverstrekker als de begunstigde betrekking, waardoor deze manier van financieren voor alle betrokkenen de voorkeur krijgt.
Een lumpsum financiering, dat is dus een financiering die ineens wordt overgemaakt. De financiering bestaat uit een bedrag, welke met de kredietverstrekker vooraf is afgesproken. In het onderwijs, bijvoorbeeld, bestaat de lumpsum financiering uit een bepaald bedrag per leerling.
Omdat het over een enkel bedrag gaat die in zijn geheel wordt overgemaakt, komt er een stuk minder administratie bij kijken. De begunstigde hoeft maar één keer het totale bedrag op te nemen in de inkomsten, en niet elke maand.
Om dezelfde redenen werkt dit ook voor de kredietverstrekker zelf in zijn voordeel. Een kredietverstrekker die voor lumpsum kiest, hoeft slechts eenmalig de uitgaven in de administratie op te nemen, en geen bonnetjes of uitgaven van de gefinancierde te controleren.
Een logisch voordeel is de snelle afhandeling van lumpsum financieringen. Een lumpsum financiering wordt over het algemeen van tevoren gedaan, in plaats van achteraf. Vaak hoeft de instantie die de financiering krijgt zelf dus niets vooraf te investeren en vervolgens lange declaratieprocedures te doorstaan.
Omdat het dus over een totaalbedrag gaat welke in een keer wordt overgemaakt, is deze vorm een stuk overzichtelijker dan andere vormen van financieren. Er komen minder verschillende geldstromen binnen en de instantie die de lumpsum financiering krijgt weet van tevoren het totale bedrag van deze financiering. Dit zorgt ervoor dat een lumpsum financiering bijdraagt aan een overzichtelijk financieel plaatje.
Klinkt goed, toch? Zo’n totaalbedrag in een keer op je rekening. Er kleven echter ook nadelen aan een lumpsum financiering. Deze zijn vaak afhankelijk van de situatie waarin de lumpsum financiering wordt toegepast, en hebben over het algemeen vooral betrekking op degene die gefinancierd wordt, en niet de kredietverstrekker.
Een lumpsum financiering mag dan lekker overzichtelijk zijn, het grootste nadeel aan zo’n vaste en totale financiering is dat er weinig ruimte is voor maatwerk. Valt een begroting bijvoorbeeld toch anders uit, of loopt het uitgavenpatroon anders door onvoorziene omstandigheden, dan is er met een lumpsum financiering weinig ruimte om daar flexibel mee om te gaan.
Hoe groter het bedrag is dat je ineens binnenkrijgt, hoe groter de kans dat je daar een flink deel van kwijtraakt aan belasting. Hier geldt dat het afhankelijk is van de situatie waarin de lumpsum financiering wordt toegepast. In sommige gevallen geldt de lumpsum financiering als vermogen of als inkomen, wat betekent dat er belasting over afgedragen moet worden.
Bij een financiering die vooraf wordt bepaald en ineens wordt overgemaakt, loopt de gefinancierde risico dat het bedrag te laag uitvalt. Er kunnen zich namelijk onvoorziene omstandigheden voordoen, waardoor je kosten ineens hoger uitvallen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een doorlopend krediet, kun je met een lumpsum financiering niet zomaar meer besteden. In dat geval zul je op andere kosten moeten besparen, wat weer andere nadelige gevolgen met zich mee kan brengen.
Of een lumpsum financiering voordelig of nadelig is, daar bestaat veel discussie over. Dat heeft te maken met de verschillende soorten situaties waarin deze vorm van financiering wordt toegepast. De meest bekende situaties in de praktijk waarbij veel te doen is over de lumpsum financiering, dat is in de zorg en in het onderwijs.
In de zorg wordt de lumpsum financiering toegepast op eenvormige soorten van zorg. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het plaatsen van een heupprothese, maar ook aan sectoren zoals jeugd- of ouderenzorg. De zorgaanbieder ontvangt op een afgesproken tijdstip een vast bedrag van de kredietverstrekker, die ze moeten gebruiken om de zorg te leveren.
Tussen midden jaren 90 en 2008 is er sprake geweest van een lumpsumregeling voor medische specialisten. Denk hierbij aan een gynaecoloog, een cardioloog of een huisarts. Deze werd ingevoerd om de vergoeding-per-verrichting te vervangen, met als voornaamste doel overproductie tegen te gaan.
Met de vergoeding-per-verrichting was het voor specialisten namelijk aantrekkelijk om bepaalde verrichtingen zoveel mogelijk uit te voeren, om zo meer geld te verdienen. De lumpsumregeling stak hier een stokje voor: medische specialisten kregen een vaste vergoeding ongeacht hoe vaak ze een bepaalde verrichting uitvoerden.
In 2008 werd de lumpsumregeling afgeschaft, sindsdien wordt een vast uurtarief gebruikt om de vergoeding van een medische specialist te berekenen.
In Nederland geldt dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de overgrote meerderheid van de jeugdzorg, ouderenzorg en thuiszorg. Denk hierbij aan zorg zoals dagbesteding en begeleiding voor ouderen, opvang voor daklozen of ondersteuning voor mantelzorgers.
Gemeenten financieren deze zorg over het algemeen via lumpsum financieringen. Hierbij krijgen zorgaanbieders een vast bedrag, vaak per cliënt, om de zorg te bieden die de cliënten nodig hebben.
Nog een grote sector waarbij de lumpsum financiering wordt toegepast, is het onderwijs. In 1995 werd deze manier van financieren ingevoerd in het voortgezet onderwijs, en in 2006 ook in het basisonderwijs. Voorheen ging het financieren van het onderwijs op declaratiebasis, waarbij scholen hun kosten voor bijvoorbeeld leraren en materialen direct declareerde bij de overheid. De schoolgebouwen vielen onder de zorg van de Rijksgebouwendienst.
Zoals je je misschien kunt voorstellen, liep het onderwijsbudget vaak hoger op dan begroot. Maar niet alleen de overheid ondervond nadelige gevolgen van deze vorm van financiering, ook de scholen zelf. Alle kosten moesten namelijk voldoen aan een vooraf bepaald systeem. Wilde je als school een extra leraar aannemen om achterstandsleerlingen les te geven? Dan was hier geen budget voor.
De oplopende kosten en het gebrek aan bestedingsvrijheid zorgde voor veel weerstand. Vandaar dus de omslag naar een lumpsum financiering, waarbij scholen kort gezegd een zak met geld krijgen van de overheid en deze vrij mogen besteden.
Het bedrag dat een school krijgt, is gebaseerd op het aantal leerlingen. Het idee is dat een school zelf beter weet dan de overheid waar ze hun geld het aan moeten besteden. Tegenover deze vrijheid staat echter wel dat de scholen meer verantwoordelijkheid moeten dragen. Daardoor moeten scholen zich met steeds meer bezighouden, zoals administratie, ICT, en in het geval van mbo-, hbo- en wo-instellingen zelfs huisvesting.
Aan de ene kant brengt dit voordelen met zich mee. Elke school en de omgeving van deze school is namelijk anders. Bovendien kunnen scholen flexibeler inspelen op de behoeften van leerlingen. Maar in de praktijk blijkt dat er ook behoorlijk wat nadelen aan zo’n lumpsum financiering voor het onderwijs kleven.
Zo gaan scholen zich steeds meer gedragen als bedrijven, waarbij ze concurreren over leerlingen. Meer leerlingen betekent immers een groter bedrag om te besteden. Dit leidt door het lerarentekort vaak tot overvolle klaslokalen. Daarnaast moeten grote uitgaven, zoals het verbouwen of bijbouwen van een schoolgebouw, ook door de school zelf worden betaald. Deze kosten komen uit dezelfde pot waar bijvoorbeeld leraren uit worden betaald. In de praktijk komt het vaak voor dat er bezuinigd wordt op de salarissen van leraren.
De zorg en het onderwijs in Nederland zijn niet de enige sectoren die te maken hebben met lumpsum financieringen. Zo kun je bijvoorbeeld zelf te maken krijgen met een lumpsum wanneer je een schadevergoeding uitgekeerd krijgt. Dit wordt ook wel een schikking genoemd, waarbij je een totaalbedrag ineens krijgt uitgekeerd in plaats van maandelijkse betalingen of op declaratiebasis.
Om de lumpsum financiering en de betekenis van deze financieringsvorm samen te vatten, beantwoorden we enkele veel gestelde vragen.
Een lumpsum financiering is een financiering die in een keer wordt gedaan in plaats van in verschillende delen. De financiering is een vastgesteld bedrag die op een bepaald tijdstip wordt uitbetaald door de kredietverstrekker.
De lumpsum financiering wordt in de Nederlandse zorg toegepast op eenvormige zorg. Denk hierbij aan bijvoorbeeld dagbesteding in de ouderen zorg, of de plaatsing van een heupprothese. De zorgaanbieder krijgt een vast bedrag in een keer, waarvan ze de nodige zorg aan hun cliënten moeten leveren.
Scholen in Nederland krijgen een lumpsum financiering van de Nederlandse overheid. Deze bestaat uit een vast bedrag per leerling, en wordt jaarlijks uitgekeerd. De school kan vervolgens zelf bepalen hoe ze deze lumpsum financiering besteden.
Tot €1000
Tot €1800